zaterdag 21 juli 2012

Iemant praat een tijdje Engels

Zo mensen. Nacht 1. Na een reis van zo'n dikke 25 uur of zo was ik ontzettend dankbaar om in een hotelbed mijn hoofd neer te mogen leggen. Je eigen bed slaapt natuurlijk lekkerder, maar dat is zo vervelend reizen en gedoe. Dus een hotelbed is dan een prima alternatief. Voordat ik in dat hotelbed lag echter, had ik een aantal beproevingen doorstaan. Een daarvan was op het laatste deel van de reis (6 uur vliegen na al 8 uur en 2 vertraging) een moeder die met drie kinderen op reis was en een vertraging van een dag had opgelopen. Waar ik toch eerst vond dat ze een medaille verdiende vanwege de manier waarop ze de drie kinderen onder de duim had. Bleek later dat ze die medaille waarschijnlijk al lang eens uitgereikt had gekregen voor wat anders, hard praten, hysterisch lachen, best ADHD-mom ever. Probeer dan maar eens even te slapen. Niet. Zeker niet als al die medaillewaardige eigenschappen aangemoedigd worden door een Tukker-moeder. Die op enig moment tegen haar (opvallend stille) tienerzoon zegt 'ja hoor, ik praat net zo makkelijk in Nederlands als in Engels, als ik maar kan praten' als hij haar subtiel een hint geeft dat iedereen om ze heen probeert te slapen en haar Engels best goed is.
Afijn, we zijn er doorheen gekomen. Uiteindelijk landt zo'n vliegtuig vanzelf, dan zet je het op een lopen richting bagageband om maar zo snel mogelijk weg te komen van die mensen die je inmiddels mateloos irriteren (terecht of niet) omdat je zoooo moe bent. En dan kom je bij de bagageband en dan stel je jezelf die vraag die je je altijd stelt 'Hoe kan het dat al die bagage samen op een kar wordt gelegd, er dan meerdere van die karretjes achter een leuk autootje worden gehangen om het in de gedrochten van het vliegveld op een band te leggen, er een pauze van werkelijk minuten tussen elke koffer of tas moet zitten?' Wat doe je dan als bagagemeneer of -vrouw? Staat er iets over in de CAO of zo? Dat ze zich vooral niet vertillen: na elke koffer, rek u uit naar boven, bol uw rug en rol uw lichaam af naar de grond, herhaal drie keer, draai dan uw nek links en rechts en als u denkt dat u het aankunt leg de volgende koffer op de band. Herhaal dit totdat het karretje leeg is. Zoiets?
Afijn, ook hier kwam een eind aan. Er volgde alleen nog een dame die nogal paniekerig boos was vanwege een olielampje bij de balie van de autoverhuur. Die deerde me niet meer. Ik was murw.
Zoals gezegd, het hotelbed was heel heel welkom. Een plank met een lakentje was nog goed geweest. 
Dronken van slaap, een tekort aan eten, maar te moe en te misselijk om wat te eten zak ik weg in een diepe slaap. Geen idee voor hoe lang en toen reed er een vrachtwagen langs, wat het gebouw deed golven als een huisje van karton waar de wind op stond. 'Nou ja zeg,' dacht ik nog. 'Wat is dat hier, gaan we dat bij elke vrachtwagen hebben? De boel is toch niet van karton?' Nee, dat was de boel natuurlijk niet. Dat was gewoon van beton of wat er voor door moet gaan. Waarschijnlijk heb ik een aardbevinkje gevoeld, maar was ik te ver heen om het als zodanig te herkennen. Het is of dat, of ik heb onbewust zo stil gestaan bij het feit dat ik naar er-zou-hier-zo-maar-eens-een-aardbeving-kunnen-komen-hier-zo-boven-op-die-platen gebied ging dat ik het gehallucineerd heb. Maar dat lijkt me niet. Ik ben niet zo'n hallucinistisch type.

woensdag 4 juli 2012

Iemant steekt een sigaartje op

Zo pfff, de afgelopen dagen ben ik in de weer geweest om K. naar een verzorgingsflat te verhuizen. Je wil niet weten wat dat allemaal kan betekenen, zeker als het ongepland is en vlak voor je vakantie, maar ik doe hier een klein stukje uit de doeken. Ik sla een paar stappen over en begin bij het ophalen van de sleutels door mij. Hier kan ik kort over zijn, er waren geen sleutels. Even leek het er ook op dat de flat helemaal niet voor K. was, maar dat werd snel rechtgezet. 'Ik kon de flat wel even gaan bekijken, als ik dat wilde?', aldus de aardige mevrouw bij de receptie. 'Ze doen de deur wel even voor je open.' 'Flat 407 is het.' Ik naar boven, naar flat 407. Waarvan de deur openstond, maar die ingericht en bewoond bleek. Navraag leverde het antwoord op 'ik loop even met u mee.' Alsof er iets aan me mankeert. Maar door schade en schande wijs geworden antwoordde ik met 'heel fijn, dank u.' Dus getweeën togen we naar 407. Die nog steeds ingericht en bewoond bleek. 'Mmmmm,' hoor ik twijfelend naast me 'ze is wel oud...' Uh? Tja. Ik kon het niet ontkennen.
Afijn, flat 407 bleek 402 te moeten zijn. Die was inderdaad leeg en onbewoond. Waarna we de twee weekeindedagen die volgden ons toelegden op het weer ingericht en bewoond krijgen van de flat.

Gelukkig beschikt het huis over handige verhuiskarretjes. Ettelijke keren zijn we kilometers gang over gelopen, liften in en uit gegaan. En dat gaat allemaal prima, dat zou allemaal prima gaan, mits er geen rollatorverkeer van dezelfde route gebruik zou maken. Vooral die rollatorvrouwtjes, pas daar maar voor op. Stelt u zich voor, een gangetje met trappenhuis en lift. Wij staan voor de lift met twee karren netjes achter elkaar (anders gaat ook niet) te wachten, de lift komt, de lift gaat open en dan breekt de hel los. Drie rollatorvrouwtjes die om het snelst uit de lift willen en de gang willen verlaten waar wij opgesteld staan. En waar, voor alle duidelijkheid, dus geen ruimte is. De andere kant van de gang is vrij. Geen enkel probleem. Maar rollatorvrouwtjes blijken niet voor rede vatbaar. Ze blijken niet eens aanspreekbaar. Ze denderen de lift uit, al rollend en stotend onder luid gekakel en geroep 'u staat wel in de weg'. Vervolgens raken ze verstrikt met wieltjes en stuurtjes en begint het getrek en geduw. Ondertussen vertrekt de lift weer, kun je opnieuw op het knopje duwen en met angst en beven afwachten wat de volgende lading met zich meebrengt. Dat blijkt mee te vallen. De lift is leeg. Zucht van opluchting en wij erin. Helaas, voor de deur zich kan sluiten komen er twee rollatorvrouwtjes die naar boven willen en van mening zijn dat dat best past. Althans, eentje. De ander wilde liever wachten op de volgende lift, maar ze kreeg de keus niet. Ze werd er gewoon in geduwd en met wat gehannes ging de deur inderdaad nog dicht ook en vertrokken we. Om een verdieping hoger te stoppen, waarna er eentje uit moest, maar de ander nog niet. Wat wederom een logistieke uitdaging bleek.
Doe dit hele verhaal maal 50 of zo en u snapt dat ik er zo murw van ben dat ik niet meer weet welke dag het nu is en wat ik tussen het weekend en nu heb gedaan. Ik weet alleen dat ik continu bezig ben geweest. En dat sinds gistermiddag 402 weer bewoond is. Dat duurde ongeveer 30 minuten, toen leek er een ontruiming te moeten gaan plaatsvinden. We waren net weer op weg naar de oude aanleunwoning toen het alarm afging. 402! 'Tsjee, nu al?', liet ik me ontvallen. Oorzaak bleek een sigaartje te zijn, waar K. even welverdiend van dacht te gaan genieten. Recht onder de rookmelder.