Nee, we hebben het hier niet over cellulitis. Daar zou ik ook een logje over kunnen vullen, maar daar heb ik geen zin in. We hebben het hier over putjes in de weg. En dan niet in de zin van knullige kuiltjes, maar gewoon zoals het is. Putjes dus. In de weg. Naast dat ze in de weg zitten, zitten ze dus ook in de weg. Herhaaldelijk. Bijna elke ochtend. Wat is er aan de hand? Zo'n twee jaar lang inmiddels rijd ik 's ochtends in het buitengebied over een lange rechte weg. Een stuk van een kilometer zo ongeveer. In dit buitengebied is het 's ochtends niet heel druk, verkeerstechnisch gezien. Er rijdt zo af en toe eens een fietser, er loopt eens een wandelaar (soms met en soms zonder hond) en zo af en toe heb je ook een tegenligger in de vorm van een auto. So far so good.
In die weg zitten aan de rechterkant (dat is mijn kant als ik naar mijn werk ga) drie putjes. Drie maar. Die putjes zijn niet zo fijn om doorheen te rijden. En daartoe zou ook geen noodzaak zijn. Je kunt er met gemak omheen. Ruimte genoeg. Tenzij ..... je een tegenligger tegenkomt in de vorm van een auto. Ruimte weg. En dan moet je dus door het putje. Nu presteer ik het om van de twaalf keer in de week dat het van toepassing kan zijn, (vier werkdagen, alleen op de heenweg, drie potentiële putjes om doorheen te moeten per ritje, maakt een potentie van twaalf) er minstens tien te gebruiken. Om door het putje te gaan dus. Hoe kan het in vredesnaam dat die sporadische tegenligger er altijd rijdt als ik niet door het putje wil, maar er omheen? Vóór het putje? Niemand te zien! Ná het putje? Niemand te zien! Ter hoogte van het putje? Bij mij altijd wel iemand! Nou ja, zo'n twee keer niet dan.
Gas bijgeven of een beetje remmen? Of haal ik met deze pragmatiek je mooie beschouwing onderuit?
BeantwoordenVerwijderenHet gaat erom Eric, ... het gaat erom dat ... ach laat maar.
BeantwoordenVerwijderenGewoon een 2CV nemen, voel je niks van die putjes. Je rammelt dan standaard zeg maar dus valt het niet op ;-)
BeantwoordenVerwijderen